Bewustzijn van vissen

Een heleboel wetenschappelijke feiten ondersteunen het idee dat vissen een bewustzijn hebben. Maar wat verstaan we onder bewustzijn? Bewustzijn is het cognitieve vermogen dat nodig is om emoties te ervaren, dingen op te merken en te herinneren. Vissen beschikken hoogstwaarschijnlijk over dit vermogen.
Vissen bezitten heel waarschijnlijk het vermogen om na te denken over gevoelens en een mentaal beeld te vormen van gedachten en herinneringen, oftewel: het is aannemelijk dat vissen een bewustzijn bezitten. Er zijn verschillende aanwijzingen hiervoor. Als eerste, bij negatieve ervaringen en objecten waaraan vissen zich hebben verwond, treedt jaren nadien nog vermijding op.

Dit is geen reflexmatige reactie. Daarbij toont wetenschappelijk onderzoek aan dat vissen per situatie een beslissing nemen. Een voorbeeld hiervan is een onderzoek waarin forellen in een gedeelte van de tank waarin ze verbleven werden blootgesteld aan milde elektrische schokken. De forellen leerden al snel om dit gedeelte van de tank te vermijden. Opvallend hierbij was dat de forellen de elektrische schokken tolereerden toen de onderzoekers meer soortgenoten aan de aangrenzende tank toevoegden. De sociale interactie had blijkbaar een hogere prioriteit dan de onaangename sensatie van de schokken.
Wat wijst nog meer op een functionerend bewustzijn bij vissen? 
De aanwezigheid van een specifiek gebied in de hersenen. Een belangrijk deel in de hersenen van mensen, het limbische systeem, beïnvloedt de afgifte van dopamine en het gedrag dat voorkomt uit emoties. Vissen produceren dopaminen en hebben in hun voorhersenen een gebied dat sterk verwant is aan ons limbische systeem. Op basis van deze eigenschappen trekken wetenschappers de gevolgtrekking dat vissen (net als mensen) een zogeheten ‘fenomenaal bewustzijn’ bezitten. Wat inhoudt dat ze waarnemen wat er om hen heen gebeurt en daar emoties bij ervaren. 
Is een functionerend bewustzijn aannemelijk? 
In ieder geval wel vanuit evolutionair oogpunt. Het is waarschijnlijk dat vissen met emoties schatten of beslissingen die ze maken hun voortplanting en overlevingskansen vergroten of verkleinen.

Of dieren zich bewust zijn van hun eigen aanwezigheid is bij verschillende dieren onderzocht met de spiegeltest. Dieren die zichzelf herkennen in de spiegel, slagen voor de test en zijn in het bezit van zelfbewustzijn. 

We weten nu dat er sowieso twee vissoorten zijn die zelfbewustzijn bezitten: de reuzenmanta en de gewone poetslipvis. Waarbij interessant om te vermelden is dat de reuzenmanta de grootste hersenomvang heeft van alle vissen. Wat bij dieren (niet bij mensen) wijst op een grote intelligentie.

Vissen voelen pijn

Vissen voelen geen pijn, is nog steeds de opvatting van veel mensen. Niet alleen van mensen die vissen behandelen als gevoelloze voorwerpen en vissen pijn doen. Maar waarom hebben ze eigenlijk dat idee? Waarom zijn mensen niet meer begaan met het welzijn van vissen? Wetenschappelijk onderzoek van de laatste jaren laat zien dat vissen wel degelijk pijn ervaren en daaronder lijden. En los daarvan, het is toch heel aannemelijk dat vissen pijn voelen?

Wat ongetwijfeld meespeelt bij ons gebrek aan liefde voor vissen, is dat vissen qua anatomie en gedrag ver van ons af staan. Zo zien we vissen weinig omdat we ons doorgaans op het land en zij zich in het water bevinden. Ze hebben geen mimiek en zijn weinig knuffelbaar. De ogen van vissen roepen doorgaans geen warme gevoelens bij ons op. Het lijkt erop dat we onszelf geheel niet herkennen in vissen. Voor een gevoel van mededogen is die herkenning blijkbaar nodig. Misschien dat we wel compassie zouden voelen als vissen zouden schreeuwen zodra ze uit het water worden gehaald en later als blokjes hout op de wallenkant of het scheepsdek worden gegooid. Hoewel dat discutabel is. Varkens en andere dieren maken immers al lange tijd luidkeels kenbaar aan ons mensen dat ze pijn lijden zonder dat er goed naar geluisterd wordt.

Daarmee raken we ander punt, een andere reden waarom we ons weinig bekommeren om vissen. Deze is meer historisch van aard. De wetenschappelijke belangstelling voor dierenwelzijn bestaat nog niet zo lang. Pas vanaf de jaren ‘50 van de twintigste eeuw begon het vissenwelzijn in de wetenschap te leven. Waarbij het onderzoek zich in de eerste decennia voornamelijk concentreerde op de problematiek van de landbouwhuisdieren in de opkomende vee-industrie. In de jaren ’80 ontstaat de hiermee vergelijkbare industrie waar vissen op een onnatuurlijke wijze worden gehouden: de viskweek. Vissenwelzijn in de viskweek en het welzijn van vissen in hun natuurlijke omgeving staan nu pas echt in de belangstelling. Hoewel nog onvoldoende als je beziet dat het voor de meeste burgers en de meeste consumenten onvoldoende inzichtelijk is of er rekening gehouden wordt met het welzijn van de dieren.

Binnen de hengelsport heerst overigens veel weerstand bij het onderzoek naar pijnbeleving bij vissen. Begrijpelijk, de hengelsport zal in de toekomst onder grotere maatschappelijke druk komen te staan dankzij de toenemende kennis over dit onderwerp. De resultaten van alle onderzoeken zal de hobby moreel onder druk zetten. Als wetenschappers met concrete feiten aantonen dat vissen dieren zijn die in het bezit zijn van angst, stress, pijn, gevoel en bewustzijn, heeft dat enorme consequenties voor zowel de commerciële visindustrie als de recreatieve hengelsport. Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Gelukkig zien we binnen de hengelsport ook initiatieven om zorgvuldiger met vis om te gaan, al slaat het nog onvoldoende aan. Wat wellicht samenhangt met een paar hardnekkige misvattingen onder sportvissers. De eerste misvatting is dat de vis de haak niet voelt omdat hij zich met de haak in de bek zo krachtig van de visser af beweegt. Terwijl het hier gaat om een vecht-of-vlucht-reactie waarbij de pijngevoeligheid bij mensen en dieren in noodsituaties naar een heel laag niveau daalt. De tweede misvatting is dat de haak in de vis geen pijn veroorzaakt omdat vissen zich geregeld meerdere keren laten vangen. Uit proeven blijkt echter dat snoeken en karpers na een eerste vangst proberen de haak te vermijden.

Laten we nu specifieker aandacht besteden aan de gevoelens van de vis. Met als eerste prangende vraag: waarom verwachten we dat vissen kunnen voelen? Het antwoord is: omdat zij als gewervelde dieren hetzelfde lichaamsstelsel hebben als zoogdieren (waaronder een ruggengraat), een reeks zintuigen en een perifeer zenuwstelsel dat door de hersenen aangestuurd wordt. In staat zijn om schadelijke gebeurtenissen waar te nemen en te leren vermijden, is ook voor vissen nuttig. Pijn is een waarschuwing voor dieren. Pijn leert en motiveert dieren om een schadelijke gebeurtenis uit hun vroegere leven voortaan uit de weg te gaan.

Er bestaat een aanzienlijke hoeveelheid research op het gebied van wetenschappelijke studie over pijn bij vissen. Wat als eerste onder de loep wordt genomen bij onderzoeken naar pijn bij vissen, is of ze daar de uitrusting voor hebben. Wat voor zenuwstelstel hebben vissen en functioneert dat zoals je zou verwachten in een dier dat gevoel kent? Dit werd nauwkeurig onderzocht tijdens experimenten op regenboogforellen, een representatieve beenvis, door Braithwaite en Sneddon. Hun bevindingen zijn samengevat in het boek Do Fish Feel Pain? van de hand van Braithwate.

Voor het beantwoorden van de vraag ‘Voelen vissen pijn?’ grijpt Braithwaite uitvoerig terug op haar eigen onderzoek dat ze de afgelopen tien jaar heeft verricht samen met Mike Gentle (University of Edinburgh). Dit onderzoek was gerelateerd aan de opkomst van de viskweek en richtte zich grotendeels op de vraag of vissen in staat zijn pijn te voelen als gevolg van verwondingen. Om dit te weten te komen moesten ze nagaan of vissen zenuwvezels en zenuwreceptoren bezitten. Als deze zenuwvezels en zenuwreceptoren aanwezig waren, gingen ze na of ze actief reageerden op temperatuur, schadelijke stoffen en verwondingen. Tenslotte onderzochten ze of vissen zich ten gevolge van pijnprikkels anders gingen gedragen.

Tijdens het experiment werden de forellen verdoofd, waarna ze net onder de huid ofwel een niet-werkzame zoutoplossing ofwel azijn geïnjecteerd kregen. Na het bijkomen werd er een nieuw voorwerp, een toren van legosteentjes, bij de vissen geplaatst. De vissen met de zoutoplossing bleven uit de buurt van de toren, de vissen die met azijn waren ingespoten waren veel minder bang en brachten ruim 30% van hun tijd door in de buurt van de toren. Dit duidt sterk op een onplezierig gevoel of pijn ten gevolge van de azijn waardoor de keuzes werden gemaakt om uit of in de buurt van de toren te blijven. Om hierover nog meer zekerheid te krijgen werd de vissen niet alleen een zoutoplossing of azijn, maar tevens een kleine dosis morfine toegediend. Bij mensen vermindert morfine de pijn. Bij de vissen kennelijk ook, want deze keer vertoonden ook de met azijn behandelde vissen weer hun gebruikelijk afkeer van het nieuwe voorwerp.

De hoeveelheid bewijs voor pijn bij vissen is tegenwoordig zo groot dat eerbiedwaardige instanties zich erachter geschaard hebben. Een daarvan is de American Veterinary Medical Association, waarvan de richtlijnen voor het euthanaseren uit 2013 luiden:

“Suggesties dat de reacties van vissen op pijn slechts manifestaties van eenvoudige reflexen zijn, worden weerlegd door studies die elektrische activiteit hebben aangetoond in de voorhersenen en middenhersenen in reactie op stimulering en die variëren naar het type nociceptorstimulatie*. Leren en geheugenconsolidatie in proeven waarin vissen wordt geleerd om schadelijke stimuli te ontwijken, hebben de kwestie van cognitie en gevoel bij vissen op een punt gebracht waar de overvloed aan bewijs het standpunt billijkt dat vissen dezelfde overwegingen verdienen als op het land levende gewervelde dieren als het gaat om pijnverlichting.''

* In onze huid, maar ook in spieren, botten en interne organen, zitten zogenaamde nociceptoren. Deze zenuwuiteinden kunnen schadelijke prikkels opvangen, variërend van chemische stoffen, hitte of schadelijke druk tot wrijving en doorsnijding. Het is het neurologische gereedschap waarmee we lichamelijke schade en gevaarlijke situaties waarnemen. Het bijzondere van die receptoren is dat ze signalen alleen doorgeven als ze boven een drempelwaarde uitkomen: een milde aanraking zet ze bijvoorbeeld niet in werking, een harde dreun wel. Een andere bijzonderheid is dat dezelfde zenuwuiteinden zeer uiteenlopende soorten prikkels kunnen opvangen. De nociceptoren vangen deze prikkels op en zetten zenuwimpulsen in gang, het elektrische signaal gaat via het ruggenmerg naar de hersenen, waar het brein ze interpreteert en van betekenis voorziet.

Alle onderzoeken naar pijn bij vissen heeft dus veel opgeleverd. We weten nu dat vissen typische tekenen van pijn vertonen, zowel in hun fysiologie als in hun gedrag. Ze beschikken over de gespecialiseerde zenuwvezels die zoogdieren en vogels eveneens gebruiken om schadelijke stimuli waar te nemen. Ze kunnen elektrische schokken en de vishaken van hengelaars leren ontwijken. Ze raken cognitief aangetast als er schade aan hun lichaam wordt toegebracht en die aantasting kan opgeheven worden door verlichting van pijn.

Evolutie
Ondanks deze wetenschappelijke consensus, zijn er nog altijd mensen die beweren dat vissen geen bewustzijn hebben en pijn niet bewust kunnen voelen. Dat gaat lijnrecht in tegen de wetenschappelijk kennis die we over vissen bezitten én het vermoeden dat bewustzijn het eerst ontstaan is in vissen. Waarom het eerst bij vissen? Omdat vissen de eerste gewervelde dieren waren, omdat ze al 100 miljoen jaar aan het evolueren waren voordat de voorzaten van de huidige zoogdieren en vogels voet aan land zetten, en dat die voorouders veel baat zouden hebben gevonden bij een zekere mate van slimheid tegen de tijd dat ze zo’n compleet nieuw terrein gingen koloniseren. Tevens is het waarschijnlijk dat de voorouders van de vissen van vandaag de capaciteiten hebben die samenhangen met bewustzijn en gevoel. Hun hersenen bijvoorbeeld. Vissen gebruiken hun hersenen om dingen voor elkaar te krijgen.

Ondanks de wetenschappelijke consensus over pijnbeleving is enige voorzichtigheid geboden in het doen van harde uitspraken over dit onderwerp. Het wetenschappelijk onderzoek staat per slot van rekening nog in de kinderschoenen. Van de vele vissoorten is nog maar een gedeelte onderzocht op pijnbeleving. Wetenschappers hebben van de 20.000 tot 30.000 soorten beenvissen slechts een paar vissoorten onderzocht. Zodat de reactie van een forel op schadelijke prikkels in het laboratorium niet model hoeft te staan voor alle andere vissoorten, onder alle omstandigheden. Een forel is tenslotte geen tonijn en een zebravis geen steur. Tot er meer vissoorten onderzocht zijn in verschillende omstandigheden, verdient het de voorkeur om op te passen met het generaliseren van observaties.

Help ons de dieren helpen

Afgelopen jaar was een jaar van succes: meer dan 100 nieuwsartikelen verschenen er over onze acties, we kregen voor elkaar dat leeuw Mannie naar Zuid-Afrika mocht verhuizen, tal van bedrijven verbraken de samenwerking met het Dolfinarium en verschillende eetgelegenheden pasten hun menu aan met plantaardige melk zonder toeslag.
We kwamen op voor de vissen, de dieren in de ei-industrie, wilde dieren en zo verder.

Met jouw steun maken we 2025 nog succesvoller!
dropchevron-down